|
||||||||
|
Case Kämäräinen is een internationaal quartet, de leider, componist en drummer is Tomi Kämäräinen uit Finland, Marek Konarski speelt saxofoon en komt uit Polen, Grzegorz Tarwid speelt piano en komt uit Polen en Petter Asbjornsen speelt contrabas en komt uit Noorwegen. De titel is dus zeer duidelijk, (bijna) alle muzikanten stammen uit het Hoge Noorden. De namen van de muzikanten zeggen mij niks, niet dat de Scandinavische jazz mij onbekend is, verre van dat. Het betekent wel dat het reservoir aan uitstekende jazzmusici er groot is, Tomi was ook te beluisteren met de Engelse Janet Evra op haar tour door de V.S. in 2021, Marek Konarski is ook bekend van zijn werk met het Kathrine Windfeld Sextet, het Adam Baldych Quintet en het Tim Hagan Quintet. Dit is het derde album van deze groep. Tomi gebruikt bij het componeren een Engelse vibrafoon uit de jaren ’60 die hij een paar jaar geleden heeft aangeschaft, hij raakte verliefd op het geluid. De harmonie en melodie van de composities kregen hun eerste aanzet van de vrije improvisaties op de vibrafoon waarna het werd gestroomlijnd om te beantwoorden aan het vereiste ritme. Het mystieke Noorden wordt duidelijk weergegeven in het gehele album, het valt te beluisteren in de melancholieke en romantische melodieën en in het muzikale landschap dat wordt gecreëerd door de groep. Na twee jaar studie in Kopenhagen zag Tomi bij zijn terugkeer naar Finland, zijn thuisland met een geheel nieuwe blik. Hij vatte opnieuw bewondering op voor het landschap en het wonderbaarlijke noorderlicht in de winter of de midzomer nachten. Poolse mystiek, de sfeer van de Noorse fjorden en de Finse romantiek, zij vormen de startpunten van Tomi’s oeuvre op dit album. Gestart wordt er met het titelnummer “Mystique from the North”, een sfeervol nummer waarin de zachte klanken van sax en piano langzaam vervloeien tot een geheel. Een perfecte muzikale weergave van het wonderbaarlijke Noorden. “Riders” is een uptempo compositie met staccato pianospel en zwierige uithalen op de tenorsax die daarna aan een indrukwekkende solo begint, een muziekstuk waarbij het moeilijk is stil te zitten, uiteraard is er solo ruimte voor Tomi op zijn slagwerk. “Cabin Feaver” is ook een rap nummer waarin duidelijk keyboard c.q. synthesizer geluiden zijn te horen, niet vermeld op de hoes trouwens en de elektronica is gelukkig niet overheersend. Het swingt en klinkt prima. En zo ontrolt zich het muzikale landschap op dit album, van “Cowboy” met fraai basspel en een klaterende piano, via “Mörkö” met een hypnotiserende en verleidelijke piano tot het romantische “Spring”. “Memories of my life” is de toepasselijke titel voor de epiloog, een fraaie staalkaart van het vernuft van Tomi als componist en het muzikale kunnen van de vier muzikanten, hulde ! Jan van Leersum.
|